Naast een baan in de elektrotechnische industrie was ik in de vrije tijd amateur fotograaf met een groot gevoel voor composities en abstracte beelden. Maar eigenlijk was ik vaak onder de indruk van abstracte schilderkunst, dat was wat ik ook graag zou willen kunnen.
Door de slechte economische situatie in de metaal kwam er ook aan mijn baan een einde en kwam ik vervroegd in de VUT.
Er opende zich een nieuwe toekomst. Ik was 57 en nam les bij een kunstschilder in Borne, Fred Bakker. Daar kreeg ik na in het winterseizoen het advies de avondopleiding te gaan doen op de AKI. Daar ontdekte ik toch ook wel als technicus een voorliefde voor ruimtelijk werk.
Ik voel me sociaal betrokken en ben ook begaan met de natuur wat vaak terug te vinden is in mijn werk. Ook mijn gehoorbeperking is in een enkel werk terug te vinden. Daarbij speelt ook mijn gevoel voor humor soms een rol. In Borne exposeerde ik bv in 2009 voor “beelden buiten binnen Borne” met als thema “grenssituaties”: grote schoenen symboliseerden een stap over de rondweg naar een nieuwe wijk, uitbeeldend de emoties bij verhuizen of het kopen van een huis, of de DISCUSSIE op de Pellenhof, refererend aan gesprekken op TV waar veel door elkaar wordt gepraat en niemand wordt verstaan. Inmiddels met een leeftijd boven de 80 jaar kies ik voor het, nu fysiek minder belastende schilderen. Daarbij laat ik me inspireren tot nieuwe beelden door mijn voormalig fotografisch werk waarmee ik ook in 1990 exposeerde in de Bornse synagoge. De foto’s brengen me terug in de herinneringen aan de trektochten door ruige en verlaten landschappen, waaronder IJsland. Die grilligheid en schoonheid tracht ik te vangen in het tweedimensionale vlak.